
Hypatia: Te briljant, te vrij, te vrouwelijk
23 maart 2025
Het proces tegen Giuliana Napolitana: toen een courtisane het publiek en de rechtbank voor zich won
29 april 2025In het oude Rome waren liefde en huwelijk geen privé-, romantische aangelegenheden. Ze werden geregeerd door patriarchaatCentraal in het Romeinse gezinsleven stond de vader familie, het mannelijke hoofd van het huishouden, die volledige autoriteit had over zijn vrouw, kinderen en zelfs slaven. Deze machtsdynamiek was geworteld in een mythe: de legende van de stichting van Rome vertelt hoe Romulus vermoordde zijn tweelingbroer Remus en stichtte de stad in 753 v.Chr. — een ontstaansverhaal dat doordrenkt was van mannelijke dominantie.

Niet lang daarna ontstond er een andere fundamentele mythe: de verkrachting van de Sabijnse vrouwen. Romeinse mannen, die weinig vrouwen hadden, ontvoerden vrouwen van naburige stammen. Toen die stammen probeerden terug te vechten, Hersilia, een van de gevangen vrouwen en nu Romulus' vrouw, kwam tussenbeide. Ze overtuigde de anderen om te blijven en bloedvergieten te voorkomen. Dit verhaal, historisch of niet, zette de toon: in de Romeinse samenleving, mannen hadden de macht, en van vrouwen werd verwacht dat ze die accepteerden en zich eraan aanpasten.
Huwelijk: een sociaal contract, geen liefdesverhaal
In Rome was het huwelijk vaak meer een zakelijke deal dan een romantische verbintenis. Onder de hogere klassen ging het om het krijgen van kinderen en het vormen van allianties. Romantische liefde, hoewel bewonderd in poëzie, werd gezien als een luxe — iets dat sommige stellen vinden het misschien leuk, maar velen niet.
Toch betekent dat niet dat liefde niet bestond. Brieven, grafschriften en inscripties tonen bewijs van diepe, liefdevolle huwelijken. Maar vaker nog, passie werd buiten het huwelijk gevonden, in zaken en verhoudingen — en dit is waar Romeinse dichters in beeld kwamen.
Dichters en passie
Veel van wat we weten over de liefde in het oude Rome komt uit poëzie. Catullus (ca. 85–54 v.Chr.) is misschien wel het bekendste voorbeeld. Hij schreef 25 gedichten voor “Lesbia,” een pseudoniem voor Klödia, een getrouwde vrouw en de vrouw van een staatsman Metellus Celer. Hun huwelijk was koud en strijdlustig, maar Catullus brandde van devotie voor haar. In Gedicht 5, schrijft hij:
“Lesbia, kom, laten we leven en liefhebben en zijn
Doof voor het smerige gebabbel van de lelijke oude dwazen;
…
Geef me duizend kussen en nog eens honderd,
Nog eens duizend en nog eens honderd…”

Toch waren zijn hoop zinloos – Clodia kon niet van haar man scheiden om met een andere man te zijn. Echtscheiding was in Rome toegestaan, maar alleen binnen de sociale normen: voor onvruchtbaarheid, mishandeling of verwaarlozing. Een vrouw die overspel pleegt, kan dat niet als grond voor echtscheiding gebruiken, zelfs als haar man hetzelfde deed. Na Augustus Caesar aan de macht kwam, werden de wetten omtrent overspel nog strenger – Metellus Celer had onder deze nieuwe regels zowel Clodia als Catullus legaal kunnen doden.
Vrouwenstemmen
Hoewel zeldzaam, spraken vrouwenstemmen ook over liefde. De enige overlevende vrouwelijke Romeinse dichter, Sulpicia, dochter van jurist Servius Sulpicius Rufusschreef openlijk over haar liefde voor een man genaamd “Cerinthus” — waarschijnlijk een pseudoniem, aangezien haar familie het afkeurde.
In Gedicht 1, schreef ze:
“Ik ben eindelijk verliefd geworden.
Dit is het soort liefde dat, als het verborgen blijft, mijn reputatie meer ten goede zal komen
Maar het onthullen ervan… zal het waarschijnlijk beschadigen.
…
Ik wil alleen maar dat men mij waardig acht voor mijn waardige liefde.”
Helaas duurde de liefde niet lang. Cerinthus was ontrouw en in Gedicht 4 Ze haalt uit:
“Meer bezorgd om die lage hoer in haar sletterige outfit dan om Sulpicia, de dochter van Servius!”
Goden, seks en sociale normen
De Romeinse religie weerspiegelde deze onevenwichtigheid. Dii-toestemmingen — zes goddelijke echtparen waaronder Jupiter en Juno, Mars en Venus — gemodelleerde relaties voor mensen. De mannelijke goden waren vrij om te bedriegen; van de vrouwelijke goden werd verwacht dat ze deugdzaam bleven. Deze goddelijke dubbele standaard versterkte seksuele normen in de maatschappij.
Prostitutie, bijvoorbeeld, was legaal en gebruikelijk – voor zowel mannen als vrouwen. Mannelijke burgers bezochten vaak bordelen of hadden losse partners, waaronder vrouwen, jongens of mannen (zolang de partner geen vrijgeboren Romein was). De Romeinse samenleving maakte geen onderscheid tussen heteroseksuele of homoseksuele handelingen – alleen tussen sociaal “aanvaardbare” en “onaanvaardbare” partners.
Sommige handelingen overschreden echter de juridische en morele grenzen:
- Castita's – het schenden van een gelofte van kuisheid (bijvoorbeeld een Vestaalse Maagd die haar gelofte breekt)
- Incestum – incest of verontreiniging van een kuis persoon
- Raptus – ontvoering (zelfs met toestemming, als de vrouw zonder toestemming van haar vader is vertrokken)
- Stuprum – seksueel wangedrag met een vrijgeboren burger
Voor echtparen met problemen was er zelfs een tempel voor de godin Viriplaca (“mannenpleiter”), waarbij geschillen konden worden opgelost — meestal in het voordeel van de echtgenoot.
Bruiloften en rituelen

Romeinse huwelijken varieerden per klasse, maar deelden gemeenschappelijke tradities. Er waren drie soorten huwelijken:
- Confrontatie – patriciërshuwelijk, met een ceremonie waarbij speltbrood betrokken is.
- Beëindiging – plebejisch huwelijk, in wezen een symbolische aankoop van de bruid.
- Gebruikelijk – huwelijk volgens gewoonterecht na een jaar samenwonen.
In een ontmoeting bruiloft, werden voortekenen vooraf gelezen. De bruid zou zweren:
“Wanneer en waar jij bent, Gaius, dan en daar ben ik, Gaia.”
De ceremonie omvatte tien getuigen, het delen van taart, een feest en een openbare processie. De bruidegom “nam” de bruid van haar moeder — een knipoog naar de Sabine mythe en het oude idee van huwelijk door verovering.
De bruid gooide onderweg munten voor geluk, en de bruidegom strooide snoepjes — net als rijst gooien vandaag. Vervolgens droeg hij haar over de drempel naar hun nieuwe huis.
Meisjes konden vanaf 12 jaar trouwen, jongens vanaf 15 jaar, hoewel mannen meestal later trouwden (rond de 26 jaar), omdat ze daarvoor als te impulsief werden beschouwd.
Echtscheiding en realiteit

Ondanks de formaliteit, echtscheiding bracht geen stigma met zich mee, en hertrouwen was normaal — zelfs verwacht. Onder de Republiek was echtscheiding zeldzaam, maar in het Keizerrijk werd het huwelijk minder populair. Geboortecijfers daalden en Augustus moest grote gezinnen stimuleren met wettelijke privileges.
Toch waren niet alle huwelijken koud of strategisch. Plinius de Jongere schreef over een vriend, Macrinus, die zijn vrouw verloor na 39 gelukkige jaren:
“Deze vrouw behandelde haar man met het grootste respect en verdiende hetzelfde in ruil daarvoor… Hij had zo lang iets goeds… en voelt nu de pijn van wat hij verloren heeft.”
Ja, het oude Rome was een patriarchale samenleving waar mannen de regels bepalen — in de politiek, thuis en in de slaapkamer. Maar binnen dat kader was er nog steeds ruimte voor liefde, verlangen, verraad, poëzie, en zelfs wederzijds respect. Passie brandde misschien feller buiten het huwelijksbed, maar genegenheid en kameraadschap waren nog steeds mogelijk — en heel echt — tussen man en vrouw.